BERLICUM – De topfavoriet heet altijd Dick Jaspers, de outsiders om de Jumbo Masters te winnen zijn de bekende en gelouterde namen uit het Nederlandse driebanden. Het toernooi om de Nederlandse titel start deze week, woensdag (17 januari) in het Benelux theater in Berlicum. De finaledag is zondag 21 januari. De Masters zijn al vele jaren een begrip: alle spelers koesteren het kampioenschap, het systeem en de entourage. De finalepartij op zondag wordt live uitgezonden door RTL 7 met commentaar en interview. Kozoom en de KNBB vroegen de vijf Nederlandse spelers uit de top van de ranking in de aanloop naar de populariteit van de KNBB Jumbo Masters.
Ze zijn onverdeeld positief over één van de mooiste toernooien in het biljartjaar. Zo zegt Dick Jaspers, regerend kampioen en de absolute wereldtopper in het gezelschap: ,,Ik leef er altijd weer naartoe, omdat ik graag Nederlands kampioen wil worden in een land waar veel spelers van een hoog niveau zijn.’’
De vijf geïnterviewde topspelers volgens de nationale ranglijst zijn:
1 Jeffrey Jorissen 636 punten
2 Dick Jaspers 588
3 Jean Paul de Bruijn 568
4 Barry van Beers 480
5 Dave Christiani 436
De laatste vijf overwinningen in Grand Prix toernooien, die tellen voor de ranglijst, waren voor Jeffrey Jorissen, Dick Jaspers, Barry van Beers, Dave Christiani en Dick Jaspers.
Het speelschema, de ambiance van de Masters en de belangstelling van tv (finale twee uur live op RTL7) zijn aansprekend voor deelnemers en publiek. De top vijf is unaniem in de reacties. De Nederlandse kampioen komt uit het toernooi, voortreffelijk georganiseerd door de Stichting Biljart Evenementen Nederland, waar de zestien geplaatste spelers elkaar ontmoeten in vier voorronden en in de latere knock-outs. De wedstrijden zijn naar 40 punten, zelden komt er een onverwachte kampioen op het podium.
Dick Jaspers heeft in zijn rijke carrière vanaf 1987 alle Masters meegespeeld, de allereerste op het Hofplein in Rotterdam. Hij won 21 keer de Masters en 1 keer het Nederlands kampioenschap dat toen nog geen Masters heette. Jean Paul de Bruijn is de enige van de huidige top vijf die ook de Masters won: de Zeeuw slaagde daar drie keer in tijdens carrière tot nu toe.
Van de vijf Nederlandse topspelers op de ranking zijn er drie full-prof: Dick Jaspers, Jean Paul de Bruijn en Barry van Beers. Dave Christiani heeft naast het biljarten een 40-urige werkweek in een bedrijf van medische zorg. Jeffrey Jorissen is min of meer semi-prof, hij staat geboekt als ZZP’er in de horeca.
Frits Bakker: Wat maakt de Masters zo attractief voor jullie om mee te doen?
Dick Jaspers: Ik sla nooit over, omdat ik het een prachtig toernooi vind en ik graag wil strijden om de Nederlandse titel. Het is goed dat het systeem weer is aangepast aan het belang, dus niet meer in korte sets, maar met langere partijen. Tenslotte speel je voor een Nederlandse titel met tegenstanders die elk jaar sterk worden. Zo heb ik al een paar jaar heel veel moeite om Jean Paul de Bruijn te verslaan, Jeffrey Jorissen en Glenn Hofman zijn enorm gegroeid. Ik zal top moeten zijn om mijn titel te verdedigen.
Barry van Beers: Het komt haast nooit voor dat een volslagen outsider het toernooi wint, dus je moet top zijn om te winnen. Ik heb de wens dat ik de Masters ooit eens kan winnen na één keer zilver en vijf keer brons.
Jean Paul de Bruijn: Ik kijk er met veel voldoening op terug dat ik drie keer op het hoogste podium heb gestaan. De Masters is een jaarlijks hoogtepunt voor de Nederlandse top, een toernooi om van te genieten. Met één topfavoriet en veel outsiders met kansen om te winnen.
Jeffrey Jorissen: Ik vond de Masters in setjes ook wel wat hebben, want er is meer spanning. Maar het is misschien wel beter zoals we nu spelen. Ik zit zelf wel aardig in een flow na de laatste Grand Prix, dus ik heb zin in de Masters. Het is de apotheose van een seizoen, het toernooi staat als een huis met altijd sfeer en volle tribunes.
Dave Christiani: Het jaarlijkse gevecht om de titel, met spelers die elkaar door en door kennen, is een toernooi dat je niet wil missen. Ik kijk er naar uit. De top van Nederland is breed, maar ook de subtop is gevaarlijk. Het voelt heerlijk om erbij te horen, de organisatie is prima, we gaan weer een prachtig toernooi tegemoet.
Frits Bakker: Hoe is het jaar in 2023 geweest voor de Nederlandse top? En hoe kijken jullie nationaal en internationaal naar het komende jaar?
Dick Jaspers: Ik ben super tevreden nadat ik op het eind van het jaar nog twee grote toernooien heb gewonnen en de World Cup cyclus met alle wereldtoppers nog kon winnen. De Masters openen het nieuwe jaar waarin ik weer wil schitteren in de World Cups en de grote toernooien. Ik moet zorgen dat ik er klaar voor ben.
Jeffrey Jorissen: Mijn jaar is niet super geweest, hoewel ik stabiel ben geweest in moyennes en af en toe een uitschieter had, zoals in de laatste Masters. Ik weet van mezelf dat ik beter moet zijn in de World Cups om mijn niveau verder te verhogen. Ik heb me kunnen plaatsen voor het EK en maak een goede kans om het WK voor landen in Viersen te mogen spelen. De groei naar de top is verder ingezet, ik verwacht een mooi jaar.
Jean Paul de Bruijn: Het podium halen in de World Cup van Veghel was natuurlijk een hoogtepunt. Dat geeft me het gevoel dat ik op een goede dag iedereen lastig kan maken. Ik heb in de competities een goede eerste helft van het jaar gehad, daarna was het minder. Moeilijk te verklaren waar dat aan ligt in biljarten. Veel topsporters kunnen voorspellen wanneer ze heel goed zijn. Een sprinter in het wielrennen zal nooit de Tour winnen. In biljarten ligt dat zo veel anders. Je weet nooit op voorhand wanneer je top bent, dus ook niet voor de Masters. Veel kanshebbers, één topfavoriet, dat is in elk geval zeker.
Dave Christiani: Voor mij was het een jaar van ups en downs. Ik speelde een mooie Grand Prix in Capelle, maar de focus ligt niet constant op biljarten. Ik werk, ik heb een gezin, de kleine vraagt aandacht. Het is soms goed en soms slecht, maar gelukkig kon ik die Grand Prix winnen. Dat houdt me redelijk hoog op de ranglijst.
Barry van Beers: Mijn jaar was goed, één van de betere in mijn carrière. Het best voorbeeld van een stijgend niveau is dat ik drie partijen van boven de 3 gemiddeld heb gespeeld. Ik concentreer me op de competities in Nederland, België en Duitsland sinds ik twee jaar geleden met de World Cups ben gestopt. Dus ik heb weer heel veel zin in de Masters.
Tekst: Frits Bakker
Foto collage: Ton Smilde.