De Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport is met haar onderzoek begonnen.
Commissie De Vries start onderzoek seksuele intimidatie en misbruik in sport (Sport.nl)
Oud-minister Klaas de Vries leidt onderzoek naar seksuele intimidatie en misbruik in de sport (NOC*NSF)
De Vries vraagt steun onderzoek naar misbruik (AD)
Het instellingsbesluit en de onderzoeksopzet vindt u op de website van NOC*NSF en op de website van de Onderzoekscommissie.
Onderzoekscommissie
De afgelopen decennia is de aandacht voor seksuele intimidatie en misbruik toegenomen. Dat geldt ook voor seksuele intimidatie en misbruik in de sport. Het stilzwijgen is door sporters die ermee te maken hadden doorbroken. De publieke aandacht dwingt iedereen die verantwoordelijkheid draagt voor een veilige sportklimaat om maatregelen te nemen tegen deze praktijken. Het bestuur van NOC*NSF heeft mij gevraagd de onderzoekscommissie te leiden. Op mijn verzoek maken ook mevrouw Clémence Ross-van Dorp en de heer Egbert Myjer deel uit van de onderzoekscommissie.
Opzet van het onderzoek
Allereerst willen wij een goed beeld krijgen van de omvang en aard van seksuele intimidatie en misbruik in de sport. Vervolgens willen wij nagaan of de door NOC*NSF en de daarbij aangesloten organisaties getroffen maatregelen voor preventie en terugdringing van seksuele intimidatie en misbruik in de sport het beoogde effect hebben. De commissie zal onderzoeken hoe het beschikbare instrumentarium functioneert. Meldingen zijn ook voor dit deel van het onderzoek van groot belang. Ze kunnen de zwakke plekken in de nu bestaande aanpak blootleggen. De Onderzoekscommissie zal de zwakke plekken benoemen en verbeteringen voorstellen.
Het derde deel van het onderzoek is gericht op een doeltreffende aanpak van preventie en terugdringing. Het gaat daarbij om een heldere en effectieve communicatie over risico’s van seksuele intimidatie en misbruik, op basis van toegankelijke informatie.
Meldingen
De Onderzoekscommissie heeft de afgelopen twee maanden de eerste meldingen ontvangen. Zonder meldingen kan niet worden opgetreden en blijft de kans op herhaling levensgroot. Voor veel sporters is dit ook de belangrijkste motivatie om hun ervaringen met anderen te delen. Bovendien kan aan de hand van meldingen goede slachtofferhulp worden georganiseerd.
Informatie over de wijze waarop opgetreden is naar aanleiding van berichten en meldingen over seksuele intimidatie en misbruik is voor ons van groot belang. Dat gaat nadrukkelijk over goede en slechte ervaringen. Ik roep daarom iedereen op die
seksuele intimidatie en misbruik heeft ervaren dat te melden bij de Onderzoekscommissie. Maar ook anderen die daarover informatie hebben die voor de Onderzoekscommissie van belang kan zijn, roep ik op om de Onderzoekscommissie daarover op de hoogte te brengen.
Ik denk hier met name aan verenigingsbesturen die in hun verenigingen met seksuele intimidatie en misbruik te maken hebben gehad. Informatie over de wijze waarop zij daarmee zijn omgegaan is voor de commissie bijzonder nuttig. Ook informatie over de manier waarop zij thans in het dagelijkse reilen en zeilen van hun verenigingen aandacht geven aan de risico’s van seksuele intimidatie en misbruik is bijzonder welkom.
Met alle meldingen gaat de Onderzoekscommissie vertrouwelijk om. Graag dank ik bij voorbaat iedereen voor de medewerking aan dit onderzoek.
Met vriendelijke groeten,
Klaas de Vries
voorzitter