Goede arbitrage is cruciaal voor een goed en eerlijk spelverloop bij biljarten, ongeacht hoogte van het spelniveau, en ongeacht de discipline.
Nederland is in de gelukkige omstandigheid te beschikken over een aantal zeer goede arbiters.
In deze artikelserie spreken we enkele van deze toparbiters en vragen we naar hun ervaringen.
Vandaag één van onze meest bekende arbiters uit (o.a.) biljart artistiek, Ewald Holzhaus.
Ewald, hoe lang bent u al arbiter, en hoe bent u begonnen?
Ik ben arbiter sinds 1987, ik vier dit jaar dus mijn 30-jarig jubileum. :-) Gewestelijk arbiter sinds 1991, kandidaat nationaal arbiter klassieke spelsoorten sinds 2007, nationaal arbiter sinds 2009, CEB arbiter sinds 2010. Kandidaat nationaal arbiter en nationaal arbiter biljart artistiek sinds 2003, CEB arbiter sinds 2008.
Op dit moment arbitreer ik voornamelijk biljart artistiek.
Wat is er eigenlijk leuk aan arbitrage?
Het mooie aan arbitrage is de combinatie van leiderschap en de dienende rol. Vergelijk het met het vak van minister, dat woord betekent 'dienaar' (in de praktijk realiseren velen zich dat niet :-) . Ik ben er ten dienste van de spelers, bewaak de omstandigheden en observeer en beoordeel het spel naar beste kunnen zonder in de weg te lopen of op te vallen, zodat beide spelers het beste van zichzelf kunnen geven. Als er een fout gemaakt wordt neem ik een beslissing en als er onrust aan tafel is grijp ik in: daar komt leiderschap om de hoek kijken. Verder beschouw ik mijzelf na al die jaren nog steeds als de meest bevoorrechte persoon aan tafel: ik mag de kunsten van de spelers van het meest nabij meemaken en ik ben bovendien degene die de beslissingen neemt.
"Ik ben er ten dienste van de spelers"
Arbitrage wordt wel eens omschreven als een ambacht: het betreft maatwerk en vereist o.a. spelregelkennis, psychologisch inzicht en een scherp waarnemingsvermogen. Wat is volgens u het kenmerk van een goede arbiter? En wat is uw eigen sterkste punt?
Het kenmerk van een goede arbiter is dat hij zichzelf niet op de voorgrond plaatst. Het spel gaat niet om de arbiter maar om de spelers. Het aloude credo "een goede arbiter valt op door niet op te vallen" gaat nog steeds op. Van mijzelf vind ik mijn sterkste punt dat ik resoluut ben en "streng doch rechtvaardig". Dit geeft helderheid naar spelers en publiek.
"Het menselijke aspect dient men absoluut niet uit het oog te verliezen"
Wat is binnen uw discipline(s) een belangrijk aandachtspunt? Wat is in potentie iets dat conflicten kan veroorzaken bij uw discipline, en waar goede arbitrage onenigheid kan vorkomen?
Het menselijke aspect dient men absoluut niet uit het oog te verliezen. Er zijn natuurlijk regels, maar er moet gearbitreerd worden naar de geest en niet naar de letter van het reglement. Ik zie regelmatig dat er onrust en conflicten met spelers ontstaan als arbiters zich ijzerenheinig, triomfantelijk of arrogant opstellen bij een genomen beslissing.
In geval van twijfel over een al dan niet gemaakt punt, hebben spelers aan tafel dan nog een rol? Heeft het publiek een rol? Heeft u wel eens een beslissing teruggedraaid op basis hiervan? (En, kunt u hier een voorbeeld van geven? Mag ook van wedstrijden zijn die niet door u zijn gearbitreerd)
Spelers hebben hier wel een rol maar het publiek zeker niet. Ik heb wel meegemaakt dat ik geen carambolage constateerde en een speler daarom aftelde, waarna de tegenstander mij er op wees dat volgens hem de bal wel degelijk raak was. Wie ben ik dan om zo'n situatie te volharden in mijn standpunt? Ik heb diverse gevallen meegemaakt dat arbiters in dergelijke gevallen op hun strepen bleven staan, waarna de tegenstander naar de tafel liep, een wilde stoot maakte die gegarandeerd mis was, waarna de eerste speler weer kon spelen. Irritatie en onrust alom, die de kwaliteit van het spel en de sfeer bederft. Hier dus ook: verlies het menselijke aspect niet uit het oog.
Welke arbiter is uw voorbeeld? (En waarom)
Ik ben gecharmeerd van de wijze van arbitreren van Hans Berkhout. Hij straalt een enorme rust uit, beweegt ook rustig aan tafel en staat vrijwel altijd op de goede plek opgesteld. Daarnaast kan hij op onnavolgbare wijze handhaven.
"Ik ben gecharmeerd van de wijze van arbitreren van Hans Berkhout. Hij straalt een enorme rust uit, beweegt ook rustig aan tafel en staat vrijwel altijd op de goede plek opgesteld"
Een voorbeeld: bij een internationaal toernooi was er een vooraanstaande buitenlandse speler die luidkeels een hoop misbaar maakte. Hans loopt naar de man toe en vraagt hem op montere toon met een vriendelijke glimlach: "Do you want to go home?". De speler kruipt terstond in zijn schulp en houdt zich de rest van de partij koest.
Welk toernooi/evenement was voor u een hoogtepunt? (En waarom?)
Ik was heel blij dat ik in 2013 bij het EK in Brandenburg de finale van het biljart artistiek mocht arbitreren, die live werd uitgezonden door Kozoom. Zo'n finale is toch echt een speciale wedstrijd, waarbij de zenuwen ook bij de arbiter een rol spelen. Dan is het zaak te accepteren dat die nervositeit er is in plaats van hem te ontkennen of weg te drukken. Juist omdat de zenuwen er mochten zijn konden ze verdwijnen en plaats maken voor concentratie. Zo kon ik met volle teugen genieten van een zeer spannende finale, die ik (al zeg ik het zelf) vlekkeloos leidde.
"Freek Ottenhof ging vanaf acquit uit en hij complimenteerde mij na de partij met mijn manier van arbitreren. Naar zijn zeggen had die enorm bijgedragen aan zijn prestatie"
Een ander hoogtepunt voor mij was ergens in de jaren '90 een partij 57/2 van Freek Ottenhof die door mij gearbitreerd werd. Ik was daar als gewestelijk arbiter, tijdens de halve finale van de kadercompetitie. Tot op dat moment had ik zelfs nog nooit meegemaakt dat iemand in één beurt uit ging (in mijn district Amsterdam werd en wordt er niet op hoog niveau gebiljart). Freek ging vanaf acquit uit en hij complimenteerde mij na de partij met mijn manier van arbitreren. Naar zijn zeggen had die enorm bijgedragen aan zijn prestatie.
Welke beslissing die u heeft genomen was het moeilijkst, of bent u het meest trots op? (Indien mogelijk, met korte uitleg van de situatie/beslissing)
Ik heb in 2013 bij een Grand Prix biljart artistiek ereklasse in de rol van hoofdarbiter een speler, die zich ernstig misdroeg jegens de arbiter en de tegenstander, het verder spelen moeten ontzeggen. Het was uitermate vervelend voor alle betrokkenen en het was een gênante situatie, maar een andere optie was helaas niet meer mogelijk.
Een beslissing waar ik trots op ben: bij het WK biljart artistiek 2006 in Amsterdam speelde Sander Jonen tegen Madou Touré in de halve finale. De laatste speler kwam met een lichtblauwe wollen muts op zijn hoofd de arena binnen. De hoofdarbiter en ik keken elkaar even aan, ik zei tegen haar: 'die muts gaat af hè', en het antwoord was: 'ja, die gaat af'. Touré klaagde tegen mij over oorpijn, ging vervolgens tijdens zijn inspeeltijd minutenlang op zijn rug op het biljart liggen met zijn hoofd opzij gedraaid zodat zijn pijnlijke oor verwarmd werd, kortom hij maakte er een hele show van. Ik besloot om hem maar een tijdje zo laten liggen, omringd door gretig klikkende fotografen. Er tegenin gaan zou op dat moment koren op zijn molen geweest zijn. Vervolgens heb ik hem laten inspelen en heb ik er met de CEB-afgevaardigde voor gezorgd dat de muts vervolgens af ging en we konden daarna 'gewoon' aan de halve finale beginnen.
Het Ambacht van Goede Arbitrage Deel 1: Paul Brekelmans
Tekst: Rolf Slotboom
Foto's: ©Henry Thijssen
Foto met Sander Jonen en Jop de Jong: ©Ton Smilde/Kozoom
Uitgelichte foto GP Capelle 2017: ©Stefan Osnabrug