Garmt, u bent sinds juni 2016 voorzitter van de KNBB. Toch kent nog niet iedereen u. Kunt u zich voorstellen, en zeggen wat uw achtergrond is?
Ik ben geboren in de stad Groningen. Hoewel ik daar maar enkele jaren gewoond heb is de band gebleven. Na Arnhem gingen wij in Bussum wonen waar ik zowel de lagere als middelbare school heb doorlopen. Op 21 jarige leeftijd ben ik gestart bij de gemeente Bussum. Mijn liefde voor het lokaal openbaar bestuur is daar ontstaan. Tot op de dag van vandaag. Zo’n 10 jaar na die start werd ik voor het eerst gemeentesecretaris. Een baan die ik op vele plekken in het land heb vervuld en, na een tussenstap van enkele jaren bij een adviesbureau, nu nog steeds met plezier invul bij de gemeente Laren. Ook ben ik daar directeur van de BEL Combinatie. De werkorganisatie van Blaricum, Eemnes en Laren. Belangrijk zijn voor mij ook mijn 3 zoons. De twee oudsten hebben zelf al een kind. Mijn jongste zoon, die net is gestart op het middelbaar onderwijs, woont bij zijn moeder in Huizen, terwijl ik zelf in Hilversum woon.
Hoe bent u bij de KNBB terecht gekomen – of is de KNBB bij u terecht gekomen?
Ik ben in het voorjaar gepolst of deze functie iets voor mij zou zijn. Daar heb ik niet echt lang over na hoeven denken. Het ging mij eerder over de beschikbare tijd om goed invulling te kunnen geven aan het voorzitterschap. De gesprekken die volgden waren zowel zeer open als stimulerend. En eindresultaat is bekend.
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen voor een goede voorzitter?
Goed luisteren, open staan voor argumenten, maar ook op tijd koers en richting durven aangeven zijn belangrijke eigenschappen. De wil om samen te werken niet minder.
U heeft geen echte achtergrond als actief biljarter, maar u heeft wel affiniteit met het spelletje. Kunt u hier iets over vertellen?
In mijn jonge jaren, aanvankelijk nog thuis wonend, heb ik jarenlang iedere zondag gebiljart bij een vriend. Hij was gehandicapt, maar thuis biljarten ging toen nog wel. Heerlijk om te doen, hoewel ik, geloof ik, niet erg talentvol was.
U heeft net uw eerste Bondsraad erop zitten. Hoe ging het?
Was plezierig om te doen. Je springt als het ware in het diepe. Iedereen draagt een historie en ervaring van jaren in zich, terwijl jij dan als nieuwkomer dat in goed banen mag leiden. En hoewel je nog lang niet iedereen kent, was het vooral een mooie eerste ervaring in deze rol.
Wat zijn uw ervaringen geweest in uw eerste zeven maanden als voorzitter van de KNBB? En, wat heeft u eigenlijk precies gedaan in deze eerste maanden?
De opgebouwde ervaring is in de eerste maanden wat mij betreft nog wat te beperkt gebleven. De eerste maanden lag natuurlijk alles stil vanwege vakantie. Daarna heb ik vooral mensen gesproken, vergaderingen geleid en besprekingen gevoerd. Kortom, veel kennismaken. Inmiddels ben ik gestopt met een andere bestuursfunctie die nogal wat tijd vroeg. De komende tijd vind ik het belangrijk om de kennismaking voort te zetten en vooral ook wedstrijden en evenementen te bezoeken. Zeg maar, daar waar het allemaal echt gebeurt.
Bij de genoemde Bondsraad, vielen vaak de woorden ‘samen’, ‘samenwerking’ en ‘gezamenlijkheid’. Kunt u uitleggen waarom u dit zo belangrijk vindt?
Het is me niet eens zo opgevallen. Het zal ook wel te maken hebben hoe ik in mijn werk, altijd in een politieke omgeving, ben gevormd. Tegelijk past het ook echt bij mij. Als je de kennis, ervaring en het talent van ieder wil benutten, zal je moeten samenwerken. Bovendien ga je dan ontdekken hoe leuk het is om resultaten te bereiken. Ik wil daar in ieder geval op aanspreekbaar zijn.
Wat ziet u als uw belangrijkste doelen voor de komende jaren? Wat hoopt u onder uw leiding te kunnen behouden of verbeteren?
Allereerst hoop ik natuurlijk dat we de biljartsport, ook qua deelname en belangstelling, weer naar een hoger peil kunnen tillen. Het is een prachtige sport om te doen, maar ook om meer passief van te genieten. Geen sport die je zo lang, een leven lang zelfs, zo goed op ieder niveau kunt beoefenen. Daarbij past ook dat we goed moeten kijken hoe we de sport ook financieel meer armslag kunnen geven. Modern heet dat dan dat we op zoek moeten naar nieuwe verdienmodellen. Mooie woorden, maar als de maatschappelijke ontwikkeling is dat mensen minder kiezen voor vaste lidmaatschappen, zullen we op zoek moeten naar nieuwe mogelijkheden. Het nog beter ‘op de kaart’ zetten van de biljartsport als ‘kijk’ en ‘doe’ sport zal daarbij zeker helpen.
Zijn we nog iets vergeten te vragen – of heeft u nog iets dat u graag wilt melden?
Volgens mij niet. Geheel in overeenstemming met de kleur van de tafel, meestal dan, voel ik me nog best een groentje. Maar ik verheug me er op dat snel in te lopen. De sport is er mooi genoeg voor!